In Leviticus 23 worden de gezette hoogtijden des HEEREN in volgorde beschreven. Deze feesten, die het volk Israël tot eer van de HEERE God vierde, hebben tevens een geestelijke betekenis.
De apostel Paulus schrijft in Kolossenzen 2:16 en 17 dat de oudtestamentische inzettingen (waaronder ook de hoogtijden) een schaduw van toekomende dingen zijn, maar het lichaam (de werkelijkheid) is van Christus. Ze wijzen vooruit naar Jezus Christus. De werkelijke betekenis ervan duidt op het heilsplan van God dat Hij in Christus volvoert.
Hebreeën 10:1 vermeldt dat de wet (waaronder ook de hoogtijden gerekend worden) een schaduw der toekomende goederen is, niet het beeld zelf der zaken. Het beeld zelf gaat over het verlossingswerk door Jezus Christus.
De zeven verschillende hoogtijden (van Pascha t/m het Loofhuttenfeest) met de beschreven aspecten hopen we in deze serie in volgorde vanuit de Schriften te bespreken. Daarbij willen we ook de typologische en profetische betekenis van deze feesten aan de orde stellen.
Spreker: Hilbrand Henstra
- Inleiding
- Deel 9: 7 december 2020
- Deel 10: 21 december 2020
- Deel 11: 4 januari 2021
- Deel 22: 21 juni 2021
- Deel 23: 5 juli 2021